afmelden
werkw.
| Uitspraak: | ['ɑfmɛldə(n)] |
| Afbreekpatroon: | af·mel·den |
| Vervoegingen: | meldde af (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft afgemeld (volt.deelw.) |
1) laten weten dat je niet komt als dat wel verwacht wordt | Voorbeeld: | `je kind afmelden op school wegens ziekte` | |
| Synoniem: | afzeggen |
2) laten weten dat je iets niet meer wilt | Voorbeeld: | `je afmelden voor een nieuwsbrief` | |
| Antoniem: | aanmelden |
2 definities op Encyclo
- • [refl] [informatica] de sessie binnen een programma beëindigen. • [refl] niet langer deelnemen aan. (+audio)
- 1) Opzeggen 2) Afzeggen
Toon uitgebreidere definitiesTaaladvies
Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen?
Zie afmelden / af meldenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afmelden?
De verleden tijd van afmelden is 'meldde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgemeld'.
Wat betekent afmelden?
'laten weten dat je niet komt als dat wel verwacht wordt' en 'laten weten dat je iets niet meer wilt'
Hoe spel je afmelden?
afmelden spel je A F M E L D E N Op andere websites
Zoek
afmelden op Woordenlijst.org
Zoek
afmelden op Google
Zoek
afmelden op Wikipedia