aanspreken op

werkw.
Uitspraak:  [ˈansprekə(n) ɔp]
Vervoegingen:  sprak aan op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangesproken op (volt.deelw.)

tegen iemand zeggen dat hij of zij verantwoordelijk is voor (iets) in de hoop op gedragsverandering
Voorbeeld:  `mensen aanspreken op hun gedrag`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanspreken op?
De verleden tijd van aanspreken op is 'sprak aan op'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangesproken op'.
Wat betekent aanspreken op?
'tegen iemand zeggen dat hij of zij verantwoordelijk is voor (iets) in de hoop op gedragsverandering'
Hoe spel je aanspreken op?
aanspreken op spel je A A N S P R E K E N Spatie O P

Op andere websites
Zoek aanspreken op op Woordenlijst.org
Zoek aanspreken op op Google
Zoek aanspreken op op Wikipedia