1) Een der apostelen 2) Een van de twaalf apostelen
1) één van de apostelen
Betekenis: 1 Gaat terug op de Hebreeuwse naam: Mattathias = 'Geschenk van God'. 2 In de middeleeuwen vertaalde men deze naam soms met 'Kleine', 'Bescheidene'. Hoe men aan deze uitleg kwam, is niet duidelijk.
Matteüs was een van de Twaalf Apostelen van Jezus en geldt tevens als een van de vier evangelisten.