Ia de Gabonees

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [xabo'nes]
Afbreekpatroon:  Ga·bo·nees
Verbuigingen:  Gabonezen (meerv.)

Ib de Gabo|nese

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [xabo'|nesə]
Afbreekpatroon:  Ga·bo·nees
Verbuigingen:  Gabonesen (meerv.)

iemand met de Gabonese nationaliteit


II Gabonees

bijv.naamw.
Uitspraak:  [xabo'nes]
Afbreekpatroon:  Ga·bo·nees

als iets of iemand uit Gabon komt of met Gabon te maken heeft
Voorbeeld:  `het Gabonees voetbalelftal`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Inwoner van Afrika 2) Inwoner van Gabon 3) Inwoner van Centraal-Afrika
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de Gabonees' of 'het Gabonees'?
Het is 'de Gabonees', want Gabonees is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die Gabonees'.
Wat is het meervoud van Gabonees?
Het meervoud van Gabonees is 'Gabonezen'. Eén Gabonees, twee Gabonezen.
Wat betekent Gabo|nese?
'iemand met de Gabonese nationaliteit'
Hoe spel je Gabo|nese?
Gabo|nese spel je Hoofdletter-G A B O Hoofdletter-| N E S E

Op andere websites
Zoek Gabonees op Woordenlijst.org
Zoek Gabonees op Google
Zoek Gabonees op Wikipedia