Spreekwoorden met `van te`

Zoek

6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van te`

  1. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  2. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  3. er is geen chocola van te maken (=het is niet te begrijpen)
  4. er niet van terug hebben (=er geen antwoord op weten)
  5. om van te kotsen (=erg lelijk, absoluut onplezierig)
  6. van teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)

13 betekenissen bevatten `van te`

  1. dat is opgelegd pandoer (=een duidelijke van te voren afgesproken zaak)
  2. doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
  3. onder de schoenzolen schrijven (=ergens niets van terecht komen)
  4. getelde schapen lopen het hok uit. (=exact alles van tevoren weten)
  5. een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
  6. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  7. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  8. met wortel en tak uitroeien (=iets volledig bestrijden om er geen last meer van te hebben)
  9. na regen komt zonneschijn (=na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd)
  10. de berg heeft een muis gebaard (=ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen)
  11. al te goed is buurmans gek (=van te veel goedheid wordt misbruik gemaakt)
  12. veel geblaat/geschreeuw maar weinig wol (=veel woorden hebben maar in de praktijk komt daar weinig van terecht)
  13. maak geen slapende honden wakker (=zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken)

46 dialectgezegden bevatten `van te`

  1. 't es vur 't schijt van te krijgn (=vervelend gedoe) (Knesselaars)
  2. 't was van te moeten (=snel huwelijk door zwangerschap) (Sint-Niklaas)
  3. ' t eten ligdop min moag (=Ik ben ongemakkelijk van te veel te eten) (Sint-Niklaas)
  4. as ich wis dat ich zo valle, dan hoch ich mich al ieêdër daol gelaag (=wie alles van te voren weet, kan sneller handelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. ba, das vër van te kotse (=foei, dat is vies!) (Bilzers)
  6. da vielste on ze watter (=dat weet je van te voren) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. da zoude toch nie gezeed ebbe / saor staode toch wel effe van te kijkenee (=dat zou je toch niet verwacht hebben) (Oudenbosch)
  8. daddis om tureluurs van te worre (=dat is om gek van te worden) (Oudenbosch)
  9. Dae alles van te veure wis, ging ligge veurdet hae veel (=Het is maar goed dat je niet alles van tevoren weet) (Weerts)
  10. daor staode van te kijke nee (=daar kijk je zeker wel van op?) (Oudenbosch)
  11. das gene vètte, doeë zulste geen dikke kieëtëLe van sjijte (=dat brengt niet genoeg op om van te leven) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. das om 't speen van te krijgen (=dat is om moe van te worden) (Sint-Niklaas)
  13. das van tèt te raa (=dat is van te hard te rijden) (Duffels)
  14. das vër érm zin van te krijge (=dat is om een inzinking van te krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. das vër graajs hoeëre van te krijge (=dat zet je zwaar aan 't tobben) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. das vër hieën(=horens) van te krijgens (=dat is om krankjorum van te worden) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. das vör van te kotse (=dat is walgelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. Dat ès vér hiën te krijge! (=Dat is om hoorndol van te worden!) (Bilzers)
  19. Dau kraak naa een geroktaat van sè (=Dat is om iets van te krijgen) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  20. det is ‘ne aerdgalleprefesser (=dat is iemand die denkt ergens veel verstand van te hebben, maar dat blijkt niet zo te zijn) (Heitsers)
  21. det is ein sjerkeukske (=letterlijk: koekje waarvoor men de laatste kliekjes bij elkaar doet om er nog wat van te bakken; figuurlijk: het jongste kindje uit een groot gezin, vaak een nakomertje.) (Heitsers)
  22. doa stoan ich van te kieke (=zich verwonderen) (Opglabbeeks)
  23. doa stoan ich van te kieke (=daar sta ik van te kijken) (Bocholts)
  24. doar kraait gien hoan noar (=daar komt niemand iets van te weten) (Westerkwartiers)
  25. Doë steeste nau és van te kieke, ség (=Raar, hé?) (Bilzers)
  26. dor wurruk onnozel van (=het is om zot van te worden) (Sint-Niklaas)
  27. ëën pôar dôag van të veurrë (=enkele dagen ervoor) (Millers)
  28. Es ich alles van te veure wis, lag ich mich veur dat ich veel! (=Als je alles van te voren wist.....) (Steins)
  29. es ich wós det ich zou valle, haw ich mich al doaneer gelag (=als ik het van te voren geweten had, was dit niet gebeurd) (Susters)
  30. guir slapt gellek de muiz'n in 't meel (=Jullie zijn 's nachts druk in plaats van te slapen) (Wichels)
  31. haes se nag wäörd! (=daar sta ik van te kijken!) (Tegels)
  32. ich hem paain an menn knaai-je van t vu-loraaije (=ik heb pijn aan mijn knieen van te fietsen) (Lummens)
  33. ijaartaor boontjes in de weik gelege (=hij had gedacht daar iets van te zullen krijgen) (Oudenbosch)
  34. in affronten vallen (=situatie om beschaamd van te zijn) (Meers)
  35. je goa gièèn bulte kriegn van te werkn (=het is een grote luiaard) (Lichtervelds)
  36. liever ën pens van te zaupe as ne kroef van te wërke (=beter een buikje als een bult) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. niks weerd knienen in de wienter, allemaol waoterpenzen (=als je van te voren al weet dat het zal mislukken) (Putters)
  38. streep zën mauwe mér ëns op èn plak van te zevërë (=geen woorden maar daden !) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. Te min hart maaktj meistal misbruuk van teveul hart! (=Te weinig hart maakt meestal misbruik van te veel hart!) (Kinroois)
  40. tès haug tijd vür ze laeve te baetere (=het is de hoogste tijd om er nog wat van te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. tés vür jing van te krijge (=dat valt tegen!) (Bilzers)
  42. tès vür joeng van te krijge (=je wordt er niet goed van) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. voe de koliek'n van te krieg'n (=om gek van te worden) (Wevelgems)
  44. waer en vrolaaj konste nie veraandre (=vrouwen zijn er om van te houden, niet om te begrijpen) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. waiwoëter (=ni vèr van te dringke of vèr â-j-in te wasse) (Dendermonds)
  46. wat stees te doë te baojoere (=ben je weer aan 't denken in plaats van te doen) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen