3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `het haar`
- iets niet naar het haar zijn (=iets niet bevallen)
- je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
- met de handen in het haar zitten (=geen oplossing meer weten)
7 dialectgezegden bevatten `het haar`
- 'n schêj wi-j de verlingdje beekstraot (=de scheiding in het haar is niet recht) (Weerts)
- 't hor ofschoeperen (=het haar afbranden) (Veurns)
- een bieëst verkuëpen met ’t oeër nor buien (=een beest verkopen met het haar naar buiten alle risico’s zijn voor de koper) (Meers)
- hae trèk zich de hoëre autte kop (=de kapper zit met de handen in het haar) (Munsterbilzen - Minsters)
- Iemaand over zijne seuvel vrijven. (=Iemand door het haar strijken.) (Bevers)
- Kie daor, een ooievaar mee een strik in het huir en zijn vaor is mijonair (=Zie eens daar, een ooievaar met een strik in het haar) (Arnhems)
- Mietje Stroel (=Het meisje dat plaste waar het haar paste) (Zelzaats)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen