klissen als dialectwoord
• Klutsen (zoetermeers) 3 definities op Encyclo
- 1.kleven, vasthechten, voortbewegen Voorbeeld: ‘Nu wilde hij weg naar de mensen en zeggen: dat hij en Djakske naar hun huis zochten en naar moeder. Zij bleven tegeneen geklist, hun armen rond malkaars rillend lijf’ 2.zich klissen tegen: zich vasthechten, zich vastklampen (VD) Voorbeeld: ‘Met beide arme...
- 1) Aanhouden 2) Arresteren 3) Vatten
- Spreekwoorden: (1914) Aanhangen als eene klis (of als klissen) d.w.z. steeds bij iemand blijven, hem steeds vergezellen, niet loslaten, als ware men aan hem verbonden, aan hem vastgekleefd, zooals een klis dat doet. Onder een klis verstaat men namelijk een stekeligen knop van klissekruid, die op wollige stof ...
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
klissenOp andere websites
Zoek
klissen op Woordenlijst.org
Zoek
klissen op Google
Zoek
klissen op Wikipedia