Doorverwezen van huw > huwen
Toon zonder doorverwijzinghuwen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhywə(n)] |
Vervoegingen: | huwde (verl.tijd enkelv.) |
Vervoegingen: | is gehuwd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
voor de wet of voor de kerk beloven dat je gaat samenwonen en voor elkaar en je kinderen zult zorgen Voorbeeld: | `Mijn broer heeft mijn vriendin gehuwd.` | |
Synoniem: | trouwen |
©
Kernerman Dictionaries.
Synoniemen
trouwen 5 definities op Encyclo
- iemand tot je wettige echtgenoot nemen vb: wanneer zullen zij nu eens gaan huwen? Synoniem: trouwen Tegenstelling: scheiden
- Let op: Spelling (deels) uit 1864: [bedrijvend werkwoord] en ow. [gelijkvloeiend] (ik huwde, heb of ben gehuwd), trouwen, in den echten staat treden, paren, (ook fig.) ee...
- •trouwen
- 1) Als vrouw nemen 2) Delen 3) Echten 4) Houwen 5) In de echt treden 6) Nestelen 7) Paren 8) Trouwen
- trouwen Jaar van herkomst: 1236 (CG I Gent )
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op huwen:
•
schuwen•
verafschuwen•
waarschuwenHerkomst volgens etymologiebank.nl
huwen (in de echt treden, trouwen)Hoe bekend is het woord?
Volgens het
Centrum voor Leesonderzoek kent 99% van de Nederlanders en 99% van de Vlamingen het woord `huwen`.