aanvullen
werkw.
Uitspraak: | [ˈanvʏlə(n)] |
Vervoegingen: | vulde aan (verl.tijd enkelv.) |
Vervoegingen: | heeft aangevuld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen |
zorgen dat er weer genoeg van is Voorbeeld: | `de voorraad aanvullen` | |
Synoniem: | bijvullen |
elkaar goed aanvullen | (samen de gewenste eigenschappen hebben) |
©
Kernerman Dictionaries.
Synoniemen
aangevuld aanvullende bijladen bijvullen bijwerken completeren toevoegen voltallig maken 7 definities op Encyclo
- iets erbij doen vb: ik heb zijn zakgeld wat aangevuld, zodat hij op vakantie kan die twee vullen elkaar aan [wat de een niet heeft, dat heeft de ander]
- Aanvullen is het in een archief invoegen van afgedwaalde bescheiden, die vanouds tot dat archief behoren.
- Nieuwe goederen in een schap zetten, zodat het schap weer vol is.
- Uit `De lagere vaktalen: Taal van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel` 1914 een adres aanvullen.
- [Techniek] vervolledigen
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met aanvullen:
•
aanvullendHoe bekend is het woord?
Uit onderzoek van het
Centrum voor Leesonderzoek blijkt dat alle Nederlanders en Vlamingen het woord `aanvullen` kennen.